• Wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken

Wat je niet gebruikt, hoef je ook niet op te wekken

Dit geldt als de basis voor alle energieadviezen: Eerst de behoefte beperken (wat je niet gebruikt hoef je ook niet op te wekken). Dan kijken hoe je slim kan voorzien in de behoefte aan warmte, verlichting, ventilatie etc. De laatste stap is om wat je echt nodig hebt zo duurzaam mogelijk op te wekken.

Dat kan met zonnepanelen, opslag van energie, een warmtepomp, warmte terugwinnning etc.

Wij hebben er veel aandacht voor dat het gebruik van energie het gebruik van de mensen volgt. Eerder gingen de verwarming en de lampen vanzelf aan. Nu zorgen we dat verlichting en verwarming ook weer vanzelf uit gaat. Dat scheelt.

De Trias Energetica bestaat uit drie stappen, die bij voorkeur in onderstaande volgorde moeten worden gevolgd:

  • Energiebeperking De eerste stap is het beperken van de energievraag. Dit kan bijvoorbeeld door energie-efficiënt ontwerpen, zoals het gebruik van isolatie, het optimaliseren van de oriëntatie van een gebouw om de warmte-inbreng van de zon te maximaliseren, en het gebruik van energiezuinige apparatuur en verlichting.
  • Duurzame energieopwekking Na het beperken van de energievraag is de volgende stap het opwekken van de benodigde energie uit duurzame bronnen, zoals zon, wind, waterkracht en biomassa en maak hergebruik van reststromen van warmte.
  • Efficiënt gebruik van fossiele energie. Door eerst zoveel mogelijk duurzaam op te wekken en het resterende deel zo efficiënt mogelijk opwekken met behulp van fossiele brandstoffen.
Het is belangrijk om bij energiebesparende maatregelen een goede strategie te hanteren. Wie zonder goed begrip van de samenhang van maatregelen aan de slag gaat, kiest onbedoeld vaak dure maatregelen die zowel qua kosten als qua energiezuinigheid niet tot een optimaal resultaat leiden.

Een bekend voorbeeld daarvan is de eigenaar die erop gefocust is om warmtepompen te gaan toepassen. Maar omdat zoiets een extra investering vraagt, bezuinigt hij op goede isolatie en luchtdichtheid. Minder goed geïsoleerde gebouwen hebben een grotere warmtevraag, dit betekent een grotere (dus duurdere) warmtepomp. Volgens de berekening voldoet het ontwerp misschien nog wel aan de vereiste EPC, maar het is niet de meest kostenefficiënte oplossing. En een die ook nog eens meer energie verbruikt.